BINNENSKAMERS

Gorik Lindemans, Theo Kooijman en Ingeborg Knigge
Expo
za 23 mrt - zo 28 apr
za 23 mrt
-
zo 28 apr
  • za 23 mrt
    -
    zo 28 apr
    Oude Post - Kardinaal Cardijnstraat 9 - 1500 Halle

Deze expositie toont drie hedendaagse kunstenaars die net zoals Louis Thevenet voor huislijke onderwerpen en eenvoudige technieken kiezen om gewoon thuis hun kunst te maken, BINNENSKAMERS.

INGEBORG KNIGGE (D, 1955) FOTOGRAFIE
Ingeborg Knigge fotografeert alledaagse dingen. Een van haar thema’s heet ‘Have you done your duty’. In deze serie neemt ze een foto van het huishoudelijk klusje van die dag. Wat resulteert in een onwaarschijnlijk dagboek: zeven foto’s op een rij is een week, vele rijen onder elkaar, links gelijnd, lijkt op een pagina tekst en vele pagina’s naast elkaar worden een jaar, als een lang gedicht. Sommige foto’s worden apart uitvergroot en zijn op zichzelf staande portretten van haar leven.
Ontdek nog meer op iknigge.de

THEO KOOIJMAN (NL, 1960) SCHILDERIJEN – COLLAGES – OBJECTEN
Theo Kooijman is een kunstschilder die sinds zijn studietijd van stillevens houdt. Hij heeft een uitgebreid arsenaal aan gekoesterde voorwerpen die in zijn stillevens als figurant gebruikt worden. Er wordt constant verplaatst en gewisseld en opnieuw geschilderd, soms vanuit andere standpunten, of met een vorig schilderij erbij. En dan knutselt hij nog manipuleerbare ‘objecten’ die ook in die stillevens opduiken. Zijn werk is een wildgroei in een vrolijk universum dat leeft in twee kamers.
Meer info op www.theokooijman.com

GORIK LINDEMANS (B, 1956) O.A. SCHILDERIJEN
Gorik Lindemans is beeldend kunstenaar met verschillende media. Het waren ooit audiovisuele installaties of soms gewoon tekst. Of hij doet aan klein huiselijk amusement door ijzerdraadjes van een geuzekurk om te vormen tot iets anders. In recentere jaren werkte hij enkel aan de verbouwing van een eigen huis. Tussendoor viel hem op dat er willens nillens boeiende composities ontstonden. Deze ruimtelijkheid werd nauwgezet herdaan in een tweedimensionaal schilderij: ‘constructities’.
Meer info op goriklindemans.com

Openingsuren:

Vernissage op zaterdag 23 maart van 19u30 tot 22u.

Donderdag 28 maart, 4, 11, 18 en 25 april telkens van 10u tot 14u.
Vrijdag 29 maart, 5, 12, 19 en 26 april telkens van 17u tot 21u.
Zaterdag 30 maart, 6, 13, 20 en 27 april van 10u tot 17u.
Zondag 24 en 31 maart, 7, 14, 21 en 28 april van 10u tot 17u.

Ook open op paasmaandag 1 april van 10u tot 17u.

Onderdeel van

Inleiding door Pieter Van Bogaert, kunstcriticus en curator:

Van Louis Thevenet wordt wel eens gezegd dat hij lui was en dat hij daarom stillevens
maakte, zodat hij zijn huis niet moest verlaten om te schilderen. Dat is niet waar. De meer dan
duizend werken die hij nalaat bewijzen het tegendeel. Thevenet was productief. Dat hij alleen
maar stillevens en interieurs zou schilderen, is trouwens ook niet waar. Thevenet schilderde
marines (tijdens zijn verblijf in Nieuwpoort) en landschappen (zoals hier, in Halle). Hij
schilderde ook graag de cafés waar hij kwam, langs binnen én langs buiten.

Nee, als er iets waar is, dan is het dat die leugens eigenlijk misverstanden zijn en dat het
weerleggen ervan, de hier verzamelde kunstenaars – Gorik Lindemans, Ingeborg Knigge en
Theo Kooijman – tot verre verwanten maakt van de schilder Louis Thevenet. Het gaat hier
over een manier van kijken die ook een manier van leven is. Die twee – het leven en de kunst
– zijn hier niet meer van elkaar te scheiden. Het gaat erom te doen wat je graag doet, ook al is
dat – in het geval van Ingeborg – soms een plicht. Doen wat je graag doet en daar altijd maar
beter in worden, dat begint in de huiskamer die altijd meer een atelier wordt en gaat verder
naar al die plekken die Thevenet en deze kunstenaars altijd meer als hun huis/kamer gaan
ervaren.

BINNENSKAMERS, dat kennen we allemaal, dat is de plek waar we altijd weer naar
terugkeren. Het is de plek waar we elke keer weer thuiskomen. De plek waar we telkens weer
met iets anders komen: een bos bloemen, een boek, een meubel, een plaat, een film, een
nieuw tv-programma. Een schilderij. Altijd dezelfde plek, altijd anders. Daar houden we van,
van datzelfde dat altijd weer verandert. Dat zien we in het werk van deze kunstenaars. Het
zijn seriekunstenaars die graag terugkeren naar dezelfde plekken, dezelfde objecten, dezelfde
handelingen om er gefascineerd te worden door de veranderingen. We zien het in de
interieurs van Thevenet, waarin dezelfde dingen blijven weerkeren: het harmonium, de
Maria, een wandelstok, de kapstok.

We zien het bij Gorik, wiens levenswerk van het afgelopen decennium bestond uit het
verbouwen van zijn eerste eigen huis. Als een onverbeterlijke seriekunstenaar herhaalt hij die
verbouwingen nog eens in deze tentoonstelling met dezelfde materialen maar deze keer in
twee dimensies en op papier. Altijd hetzelfde, altijd anders. We zien het bij Theo, die al wat
langer in zijn eerste eigen huis woont, waar hij blijft verder werken aan zijn reeksen op lange
termijn: van interieurs, van stillevens, van vloeren en objecten, maar ook van tuinen en van
portretten, niet in het minst het zelfportret. Hij doet dat al veertig jaar. Herwerken, versies
maken, olie op doek, collages op papier, objecten in drie dimensies die dan weer terugkeren
in die tweedimensionale doeken en collages, in kleur en sinds kort ook in zwart-wit. We zien
hoe zijn atelier daarbij altijd meer zijn huis overneemt. Zijn huis waar de zoete geur van
olieverf je overvalt van zodra je binnenkomt. En we zien dat opnieuw bij Ingeborg die haar
dagelijkse taken fotografeert voor de reeks Have You Done Your Duty? De huiskamer als
atelier.

Van de foto’s van haar dagelijkse taken maakt Ingeborg reeksen. Series. Wat anders? Die
vormen kalenders. Dat brengt me bij een ander thema dat eigen is aan seriekunstenaars als
Ingeborg, Theo, Gorik en voor hen Louis – Thevenet dus. Dat is het thema van de tijd. Die
werken hebben iets tijdloos. Of ze zetten zich uit de tijd. Of ze gaan terug in de tijd. Dat hoort
natuurlijk allemaal samen met het thema van het stilleven. Die verstilde tijd. De nature morte,
waar, en hier laat ik me graag inspireren door de psychoanalyse van Jacques Lacan, waar de
dingen samenvallen met zichzelf. Of waar de dingen tot zichzelf komen. Waar ze zich
herstellen, zoals bij Ingeborg. Waar ze vorm krijgen, zoals bij Gorik. Waar ze veranderen in
de tijd, bij Theo.

Thevenet was autodidact. Ze noemen hem wel eens een zondagsschilder. Gorik durft dat
woord ook gebruiken als hij het heeft over zijn eigen schilderwerk. Dat is natuurlijk allemaal
niet waar. Gorik is een begenadigd schilder. Dat zie je aan het plezier dat afstraalt van zijn
schilderijen. Net als bij Theo. Net als bij Thevenet. Ook al zijn Gorik, noch Theo, noch
Ingeborg autodidacten. Ze gingen alle drie naar de kunstschool. Het plezier zit hem in de
manier waarop ze zichzelf blijven uitvinden. Wanneer ze andere media introduceren in hun
werk. Soms lijkt dat op een bewust ingebouwde handicap, die hen verplicht anders te werken.
Het verplicht hen zichzelf heruit te vinden. Zoals wanneer Theo zijn geschilderde stillevens
herwerkt als collages. Of zoals Gorik die de werken in zijn huis opnieuw uitvoert in een
tweedimensionaal vlak. Je ziet dat ook bij Ingeborg die haar gefotografeerde dagelijkse taken
uitvoert en daarbij altijd andere technieken moet inzetten: naaien, strijken, wassen, onkruid
wieden, haar knippen, poetsen, …

Ja, Thevenet was een thuisschilder, een huisschilder, een peintre en bâtiment die schildert
BINNENSKAMERS, of, zoals zijn mecenas François Van Haelen het formuleerde als hij
nogal denigrerend sprak over het werk van een andere schilder die ik hier nu niet ga noemen:
een façadeklacher (en trouwens, als het gaat over het heruitvinden van het zelf: Thevenet was
ook creatief met taal en verzon graag nieuwe woorden zoals saincibadie als hij mooi
bedoelde of knochabadol voor wat hij lelijk vond of ook rotomoknokel voor auto: ook in de
taal was hij autodidact, rotomoknokeldidact). Wel, die façadeklachers die keren hier ook weer
terug in de foto’s die Ingeborg maakte van de huisnummers die de façades op haar weg
sieren. Ook die foto’s van de buitenkanten van de huizen zeggen iets over hoe het eraan toe
gaat aan de andere kant: BINNENSKAMERS.

Want dat is nog iets wat deze kunstenaars gemeen hebben met Thevenet. Die moest geen
mensen schilderen om toch de aanwezigheid ervan in zijn interieurs op te roepen. Theo en
Gorik en Ingeborg hebben dat ook niet nodig. Thevenet moest ook geen landschappen
schilderen om zijn verlangen naar het landschap, naar ruimte, naar lucht op te roepen. Een
wandelstok volstaat. Of een hoed, of een paraplu. En ja, daar gaat het toch om in al dit werk:
om het oproepen van intimiteit en hoe die zich van buiten naar binnen keert en weer terug.

Maar over die intimiteit ga ik het nu niet hebben – ook al leest deze tentoonstelling als een
ongegeneerd dagboek van de verschillende kunstenaars. We weten ondertussen dat de
mecenas van Thevenet de grote bierbrouwer Van Haelen was en dat Thevenet zich door zijn
mecenas graag liet betalen in natura met geuze en faro. En als het gaat over intimiteit dan kan
ik wel even verklappen dat Theo en Gorik ook graag een goed biertje lusten. Ik moet het zelfs
niet verklappen – Theo schrijft het zelf op zijn website. En misschien is dat voor Ingeborg
ook zo. En misschien ook voor u. De kans dat er in een van de kamers van deze
tentoonstelling, of in de kamers errond, ook een Thevenetbiertje te vinden is, lijkt me dan ook
reëel. Daarom denk ik dat ik hier moet stoppen en u alleen maar kan aansporen zelf de
kamers van deze tentoonstelling te exploreren. Geniet ervan.

Bekijk onze thema's